Hiep hiep! by Robi bestaat 1 jaar!
1 juli 2020

Samenstellingen, los of aan elkaar?

Is dit nou één woord, of zijn het er meerdere?

Ik kom ze regelmatig tegen en in de correctierondes van mijn eigen teksten haal ik ze er soms ook nog eens uit: Schrijffoutjes als het gaat om samenstellingen. De Nederlandse taal is geen gemakkelijke en dit vind ik persoonlijk één van de lastigere onderwerpen. Daarom ga ik je helpen!

Ezelsbruggetje

De makkelijkste manier om een (spellings)regel te onthouden is een ezelsbruggetje. Als je twijfelt of je twee woorden aan elkaar of los moet schrijven, spreek ze dan eens hardop uit. De klemtoon verraadt in 9 van de 10 gevallen namelijk wat de bedoeling is. Hoor je in de samenstelling maar één klemtoon? Dan hoort alles aan elkaar. Meerdere klemtonen in je samenstelling betekenen vrijwel altijd dat deze uit losse woorden bestaat.

Ik zal je een voorbeeld geven:

  • Racefiets
  • Rode fiets

Bij het woord ‘racefiets’ hoor je duidelijk maar één klemtoon (RACEfiets), terwijl je er bij het hardop uitspreken van ‘rode fiets’ toch echt twee hoort (ROde FIETS). Racefiets schrijf je dus aan elkaar en rode fiets bestaat uit twee losse woorden.

"Als je twijfelt of je twee woorden aan elkaar of los moet schrijven, spreek ze dan eens hardop uit."

Eén klemtoon, maar wel een spatie?

Zoals vrijwel altijd het geval is, heeft ook dit ezelsbruggetje een aantal uitzonderingen. Gebruik je een cijfer in je samenstelling? Dan gebruik je, ondanks dat je maar één klemtoon hoort, ook een spatie:

  • 6 GANGendiner
  • 4 DAAGse
  • 7 GAtenzaag

Let op! Het is dan wel weer zesgangendiner, vierdaagse en zevengatenzaag. Deze regel geldt dus uitsluitend als je het daadwerkelijke cijfer gebruikt.

Wanneer gebruik je een koppelteken (-)?

Dat is natuurlijk ook een optie! Mijn ervaring is dat we massaal koppeltekens gebruiken als we het niet zeker weten. Zo van, dan is het misschien half goed? Helaas, ook hier bestaan regels voor. In de Nederlandse taal onderscheiden we drie situaties waarin we gebruikmaken (Hoor je? ‘GeBRUIKmaken?) van het koppelteken:

  • Als er een afkorting verwerkt zit in je samenstelling*
    DTP-bedrijf, VVD-standpunt, USB-aansluiting
  • Als je twee klinkers uit elkaar wilt houden
    Radio-uitzending, duo-optreden, reuze-olifant
  • Bij een samenkoppeling; een groep woorden met één betekenis
    Kant-en-klaar, zwart-wit, heen-en-weer

*Bij de afkortingen is er een uitzondering, waar vaak wat verwarring ontstaat. Het koppelteken gebruik je als de twee woorden in je samenstelling los ook bestaande woorden zijn: ‘VVD’ en ‘standpunt’ kun je ook los gebruiken. Als je samenstelling niet uit twee bestaande woorden bestaat, dan gebruik je niet het koppelteken, maar een apostrof. Dit is het geval bij bijvoorbeeld HBO’er, ICT’er et cetera.

Ik hoop dat ik de mythes rondom samenstellingen wat duidelijker heb kunnen maken voor je. Als je het ezelsbruggetje gebruikt en de regels voor de uitzonderingen in je achterhoofd houdt, kom je een heel eind!